Ha! Payday! – Gelegenheidstrio

Het repertoire was snel bij elkaar geraapt, met persoonlijke favorieten van eenieder erin. Veel traditionele Nederlandse nummers! Op zondag 19 september 2010 hebben we onze gezamenlijke set voor een enthousiast publiek gebracht in onze huiskamer. Om het optreden meer volume te geven speelden we alle drie ook een solo-set van vijf nummers. Het was een geweldige middag, met veel publiek en fantastische hapjes van Wanda.

Enkele nummers van onze gezamenlijke set die het meest met mijn persoon verbonden zijn Arabia, Ierse Ballade en Op de pekelharing! 

Niet lang na het huiskameroptreden hebben we Piet gevraagd of hij Welmoet zou willen opvolgen als vierde groepslid van ‘t Gevolg. Dat wilde hij wel! Daarom zal de naam Ha! Payday! zachtjes wegsterven. Een deel van het repertoire is of wordt geïntegreerd in de catalogus van ‘t Gevolg.

Muziek

Hier zijn de Mp3′s te beluisteren van Ha! PayDay! (2010)

Arabia | Ierse Ballade | Op de Pekelharing

Arabia

Het lied Arabia ken ik van Wannes van de Velde, het Vlaamse volksmuziekicoon. We namen het met de groep Windvlaag al op voor onze debuut-cd De rommelpot. Ik deed toen de leadzang. Voor Ha! Payday! spraken we af dat Piet de hoofdstem zou doen, en dat ik zou proberen er een tweede stem tegenaan te zetten die Doortje paraat had. Dat lukte wonderwel bijna meteen zonder haperingen.

Met achttien jaar heb ik mijn land verlaten,
ik deed een reis al naar een vreemde kust.
Want in mijn land, daar vond ik genen bate
en in het varen ligt er al mijn lust.
Ik ga aan boord met al die vreemde lui,
om mij daar dapper te gaan bereiden.
Ik ga naar heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

Aan de kade van de havenstede,
daar ligt het schip waarmee dat ik vertrek.
In hart en ziel was ik daarom tevreden,
ik ging me melden op het bovendek.
Adieu, mijn vader en mijn moeder,
ik ga naar heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

‘k Ben op den duur de mast in geklommen,
ik zag van ver het nieuw gevonden land.
De vreemde vis kwam rond het schip gezwommen,
het pluimgedierte vloog naar alle kant.
We speelden samen op de blikken fluit.
Al de matrozen aan het dansen
en dat voor heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

Voor het laatste, schippers en waterratten,
al die in het varen vinden hunne lust.
Doe zoals wij en wil je kansen wagen
en maak een reisje naar een vreemde kust.
Je zult genieten veel plezier.
Als je in het varen schept behagen
en ga naar heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

Arabia | Ierse Ballade | Op de Pekelharing

Ierse Ballade

Politiek cabaretier Tom Lehrer maakte in de jaren vijftig hilarische liedjes is het tamelijk bekrompen Amerika. Ronnie Potsdammer maakte ooit een LP met Nederlandse vertalingen van Lehrer. Daar staat het nummer Irish ballad echter niet op. Ik kwam in aanraking met het nummer toen ik via internet een krakerig liedje van Cornelis Vreeswijk tegen kwam onder de titel Het was een heel lugubere griet, een nooit op plaat uitgegeven nummer van de Zweedse Nederlander. Een pareltje voor de echte fan, maar dat kon niet verbloemen dat het geen al te beste vertaling was. Aangemoedigd door Anna-Karina deed ik zelf een poging, met als resultaat deze Ierse ballade. Het is een opname gemaakt tijdens het huiskameroptreden.

Al over een deerne gaat dit gezang, rikketitikketitin
Al over een deerne gaat dit gezang.
Ze joeg haar hele familie op stang.
Ze maakt hen niet alleen vreselijk bang,
maar joeg ze ook over de kling, kling, maar joeg ze ook over de kling.

Dan, op een dag, een fraaie streek, rikketitikketitin,
Dan op een dag een fraaie streek.
Verdronk ze haar vader in een beek.
‘t Water smaakte vies die week,
wat ze weg moesten spoelen met gin, gin, wat ze weg moesten spoelen met gin.

Haar moeder kon ze niet uitstaan, rikketitikketitin,
Haar moeder kon ze niet uitstaan.
Dus heeft ze vergif in haar soep gedaan.
Met de lepel vast is ze heen gegaan.
Druppels liepen nog over haar kin, kin, druppels liepen nog over haar kin.

Ze stak haar zusje’s haar in brand, rikketitikketitin,
Ze stak haar zusje’s haar in brand.
De vlammen gaven haar geen kans.
Ze maakte een wilde kampvuurdans,

zo had ze het naar haar zin, zin, zo had ze het naar haar zin.

Op een dag dat ze niets bijzonder dee, rikketitikketitin,
op een dag dat ze niets bijzonders dee
sneed ze haar kleine broertje in twee.
en diende hem op als avonddiner
aan een heel armoedig gezin, gezin, aan een heel armoedig gezin.

En toen door de politie werd aangebeld, rikketitikketitin,
en toen door de politie werd aangebeld
heeft ze hen eerlijk alles verteld.
Op de waarheid was ze zeer gesteld.
Iets verzwijgen was haar te min, min, iets verzwijgen was haar te min.

Dit is het eind van mijn tragische zang, rikketitikketitin,
dit is het eind van mijn tragische zang.
Vond je mijn liedje veel te lang?
Je eigen schuld toch, ben ik bang…
Had het mij maar gezegd in ’t begin, begin, had het mij maar gezegd in ’t begin.

Arabia | Ierse Ballade | Op de Pekelharing

Op de Pekelharing

Een aantal jaren geleden begon ik vlijtig te werken aan een project met liederen over bier. Niet de 20e eeuwse meezingers, maar liederen uit vroeger tijden. Het lied Haring is zo bon haalde ik van de CD Jan de Mulder van Folkcorn. Ik vond de tekst echter ook terug onder de titel Op de pekelharing!  Dat vond ik een passendere titel. Het bierliederenproject is tot nu toe nooit van de grond gekomen, maar enkele liederen zijn doorgesijpeld langs andere kanalen. Bij ‘t Gevolg zingen we bijvoorbeeld Pot ende Kanne, en bij Ha! Payday! dus dit loflied op de haring en op de drank. Bij Lanterlu zingen we op dezelfde melodie een vastenavondlied.

Haring is zo bon, bon, bon, om eens op te klinken.
Sa, ontsteekt de ton, ton, ton, laat de bekers klinken.
Daar, daar heb je van het nat, drinkt vrij, er is nog meer in ‘t vat.

Maatje, dat geldt jou, jou, jou, zo een proper teugje.
Wil j’er tweetjes nou, nou, nou, elk die drinkt zijn meugje.
Drie, drie maakt een klaverblad, drinkt vrij, er is nog meer in ‘t vat.

Daar was droogte ja, ja, ja, geef jij ‘t zulken neepje?
Schenker kom, kom, dra, dra, dra, brengt ons vocht uit ‘t scheepje.
So, so wel bekom je dat, drinkt vrij, er is nog meer in ‘t vat.

‘t Steertje moet er bij, bij, bij, ‘t zal te beter klemmen.
Pekelharing wij, wij, wij, doen jou lustig zwemmen.
Sa, sa vrienden haast je wat, drinkt vrij, er is nog meer in ‘t vat.

‘t Vaatje rommelt, och, och, och, ‘t kraantje wil niet lopen.
Heeft de brouwster nog, nog, nog, jawel dat zou ik hopen.
Wij, wij zingen overluid, ons patersvaatje dat is uit.

Video

Winkelwagen
Scroll naar boven