2002-2017
Enige tijd nadat Janine was gestopt met Windvlaag, kwamen we weer met elkaar in contact. Het bleek dat we allebei vooral het zingen en spelen van Oud-Hollandse ballades misten. Dus besloten we om weer eens bij elkaar te komen om die nood te lenigen. Dat beviel goed, dus we kwamen ongeveer een maal in de zes weken bijeen. Geen pretenties, gewoon voor het plezier en het fijne repertoire.
Dat hebben we jaren zo volgehouden, totdat het moment kwam waarop we allebei vonden dat een extra melodie-instrument het plezier wel stukken zou vergroten. Op een advertentie die we op Folkforum hadden geplaatst reageerde Ton van den Heuvel. Hij voegde viool toe aan onze gitaar, dulcimer en blokfluit. Bovendien bracht Ton compositorische talenten mee, die er voor zorgden dat zich toch nog wat meer eigentijds bij het traditionele repertoire voegde.
De speelfrequentie is ongeveer hetzelfde gebleven en de muzikale aspiraties idem dito.
Op een bepaald moment wilden we toch een naam voor ons trio hebben. Het woord lanterlu komt voor in het lied De vastenavond die komt aan. Het voert terug op een oud kaartspel, waarin lanterlu een soort joker is.
Toen Ton stopte (2011) hebben Rob van Niele (mandoline, 2011 – 2012) en Marcel Koeleman (gitaar, zang, 2012 – 2014) deel uitgemaakt van Lanterlu. In februari 2012 hebben voor het eerst in trio opgetreden, bij Rob thuis tijdens een sessie in de huiskamer. Daar zijn ook een paar video’s gemaakt. Loes speelde van 2015 tot 2017 mee.
Muziek
Duivelsros | De stopnaald | Luiaardsgild | Anglois
Duivelsros
Het lied over het Duivelsros kennen we van de Vlaamse volksmuziekgroep ’t Kliekske, die opnam voor de LP Vlaamse volksmuziek (1976). Janine en ik speelden het al toen we beiden in de groep Windvlaag actief waren.
Er was een meisje vroeg opgestaan (2 x)
En ’t was om naar het bal te gaan (2 x)
Wat zag zij daar op haren weg staan?
Een pop met zwarte kleren aan.
Hij sprak: wat doet gij zo laat op straat?
Totdat de klok van elven slaat.
‘k Verwacht mijn drie gebroederkens hier.
Die zijn gaan halen wijn en bier.
Gij wacht uw drie gebroederkens niet.
Maar gij verwacht er uw zoetelief.
Als ik mijn zoetelief hier verwacht.
Dan krijgt den duvel mijn lijf in macht.
De pop die maakte van haar een peerd.
En reed er naar de smid met veert.
Ach smid, ach smid, wilt mijn peerd beslaan.
Ik moet zo zere den berg opgaan.
Den eerste nagel die hij nu sloeg.
Zij sprong wel twintig voeten hoog.
Den tweede nagel die hij nu sloeg.
Zij sprong wel dertig voeten hoog.
Den derde nagel die zij nu sloeg.
Zij riep: ach vader, nu is ’t genoeg.
De pop sprong zeer al op zijn peerd.
En reed er recht mee naar de hel.
De stopnaald
De stopnaald bevat drie melodieën. De eerste is geen traditionele melodie, maar geschreven door Marita Kruijswijk. We vonden het op de LP Jan koop mij kermis van de groep De Perelaar. Het zit vast aan het lied Jan kom kietel mij. Een titel van het instrumentale stukje wordt niet vermeld. De tweede komt van dezelfde LP, is traditioneel en heeft wel een titel: Bravade. De derde is de meest bekende van de drie: Blauw garen en koperdraad.
Luiaardsgild
De versie van de legendarische Vlaamse groep Rum van het Luiaardsgild lag aan de basis van onze eigen interpretatie, die gelukkig toch heel eigen is.