In de Amsterdamse Folkagenda (Stichting Mokum Folk) verscheen een recensie van Een zelfportret in liedjes van de hand van Joop Wieringa, een lijvig stuk!
Dichtbij huis
Al vroeg in mijn jongensleven werd ik gefascineerd door de vervreemdende wereldmuziekjes. Bij mijn ouders werden veel 78-toeren platen gedraaid toen ik een peutertje was. Veel klassiek natuurlijk maar ook een zo’n bakelieten schijf van de Sakapara’s (Surinaamse woord voor slangen). Die muziek is behoorlijk bij mij binnengekomen, want nu nog weet ik dat ze die plaat hadden en nu nog kan ik de melodie van kant 1 (‘St.Helena’) met, toen gehoorde, woorden zingen. Alleen weet ik niet wát ik zing en of de woorden goed zijn in mijn geheugen. Zou hier nog een opname van bestaan, dan zou ik die graag willen horen. Internet heeft mij niet kunnen helpen. Als tiener hoorde ik een Slavische melodietje op de radio en werd ik door een ‘NIVON’-vriendinnetje ingewijd in de folkloristische dansmuziek. Als danser stond de dans altijd ten dienste van de muziek bij mij. De buitenlandse volksmuziek stond altijd nr.1 en werd een centraal thema in mijn leven.
En nu geniet ik intens van allerlei soorten volksmuziek en folk uit grote delen van de wereld. En in deze schrijfsels deel ik mijn enthousiasme met u, de lezer. Als muzikant bij mijn folkmuziekgroep Habbekraç destijds was ik ook blij dat we een breder repertoire hadden dan alleen Balkanmuziek, waar het ooit mee was begonnen in die band. Ook bij mijn huidige groep ’t Gevolg is de diversiteit een belangrijke troef. Celtic, Cajun, Canadees, Frans, Scandinavisch, Vlaams, Texmex ,Americana, Baskisch en zelfs Nederlandse folk brengt mijn huidige groep met veel succes op allerlei podia. Gaandeweg ben ik ook wel een beetje van onze eigen vaderlandse folk gaan houden en van sommige kleinkunstenaars zoals Cornelis Vreeswijk, Bram Vermeulen en nog wat Nederlandstalige zangers en zangeressen ben ik zelfs erg gaan houden, al had het wat meer tijd nodig.
Binnen mijn huidige club van ’t Gevolg is vooral Hans van Deelen de creatiefste met een lange staat van dienst en een indrukwekkend muzikaal verleden. Ook op vinyl en cd heeft hij een flink aantal leuke producten afgeleverd. De laatste tijd, bij onze wekelijkse muzikale oefensessies, hield hij ons op de hoogte van de huidige muzikale ontwikkelingen naast ons Gevolg en een paar weken geleden was er de geboorte van een mooi mini-album op vinyl (en beperkt op cd, begrijp ik).
Acht Nederlandstalige liedjes gemaakt met Neef Berend van Deelen en diens muzikale partner Marijn Caniëls. Acht liedjes die Hans het meest hebben beroerd. Veelal folkliedjes, kleinkunst en gedichten waar Hans muziek bij heeft gecomponeerd, die hij heeft vertaald of tekstueel uitgebreid. Sommige artiesten die hij heeft ‘bewerkt’ ken ik ook als prima artiesten, zoals de eerder genoemde Cornelis, maar ook Phil Ochs , Wannes van de Velde en de blues-grootheid Big Bill Broonzy heeft hij vertolkt op dit nieuwe album, Een zelfportret in liedjes. Enkele namen zeggen mij weinig of ken ik wel maar niet goed genoeg. Ik vind het erg knap wat hij hier zelf bijdraagt aan teksten en vertalingen.
Het zijn duidelijk geen “ik-hou-van-jou-en-ik-blijf-je-trouw” teksten, eerder overpeinzingen met diepere betekenissen zoals in ‘Verandering’ van Phil Ochs of kleine, mooie of grappige verhalen over het leven zélf en hoe dat wordt geleefd zoals in ‘De bende van de kroeg’. Of over de kroeg zélf in ‘Café zonder naam’ van Wannes van de Velde. In ‘Dans om de bom’ hoor je echt direct dat Cornelis Vreeswijk hier aanwezig is en des te knapper is het derde couplet, uit Hans’ eigen brein ontsproten, dat naadloos past in het verhaal van Cornelis. Ook de kritische geest van Hans wordt hier prima vertegenwoordigd, via Bill Broonzy’s ‘Black, Brown, White’, hier vertaald als ‘Blank,Zwart of er tussenin’. De actualiteit van deze tekst is hier nog lang niet achterhaald. Niet hier en zéker niet in Broonzy’s Amerika. Alle liedjes zijn prachtig en afwisselend: mijmerend, ontroerend, vrolijk, of zelfs Halloween-achtig sinister. Hans vroeg mij om zijn nieuwe baby onder mijn subjectieve loep te leggen en ik beschouw dit als een eer maar ook als een lastige opdracht, want ik schrijf zelden over Nederlandstalige muziek en ook als ‘muziekmaatje’ staat hij érg dicht bij me en zie dan maar eens kritisch te zijn. Het bovenstaande over zijn boeiende teksten geeft mij dus een klein puntje van kritiek. Zijn stem en zang zijn prima; heel herkenbaar en ‘eigen’. Alleen, soms, als de melodie daalt, heb ik moeite de laatste woorden te verstaan door de begeleiding heen, die soms behoorlijk levendig is en duidelijk afleidt. Dat laatste wel in positieve zin, want: lekker afwisselend maar misschien iets te nadrukkelijk. De begeleiding klinkt niet direct ‘folk’ maar de melodieën hier en daar maken het wel weer folk. Bill Broonzy heeft een swingende, bluesy Hammond, die in de solo wel érg scherpe uithalen heeft.
Ik luister niet zo heel vaak naar Nederlandstalig, zoals eerder vermeld, maar dit album heeft zéker heel mooie momenten en zorgt voor nog meer bewondering dan dat ik al had voor om te slijmen). Ook moet ik even een opmerking maken over de mooie warm gekleurde hoes om de plaat (of plaatje). Een prima begeleidend inlegvel vertelt waarom er juist voor dit design is gekozen en waarom Hans van Deelen juist voor déze nummers heeft gekozen.
Jawel, een heel mooi product, maarrr… zo mooi dat hij voor mij nét effe te kort duurt als mini album! Het voordeel is wel weer (als rechtgeaarde óllander) dat ‘ie met 1 euro per nummer wel weer prettig geprijsd is.
Hans van Deelen – Een zelfportret in liedjes – Info & bestelling via de Muziekzolder of
Joop Wieringa